Ik ben in mijn slaapkamer, er ligt een oud geel tapijt. Het is rommelig op het gele tapijt, ik ben aan het opruimen. Tegelijkertijd wordt er gewerkt aan een nieuw tapijt. Er is een meisje met een lieve warme persoonlijkheid, van haar lach alleen al wordt ik vrolijk. En een vriendelijke intelligente man. Samen leggen ze voor mij nieuwe zachtroze vloertegels neer, op de witte vloer tegen de gele vloertegels aan. Die ook vervangen gaan worden voor roze zodra ik mijn spullen verplaatst heb. Bij het opruimen zie ik voor me hoe mooi het gaat worden.
Meer bleef er niet hangen van deze wonderlijke droom. Wonderlijk want zaterdagavond, bij het schrijven van de tekst over het jacquard-geweven jurkje, begreep ik dat ik op één vlak nog steeds aan het schuilen was. Eerder had ik mijn behandelaar aangegeven dat ik de operatie ‘beneden’ graag aan wil gaan, maar dat ik de borstvergrotende operatie nog af wil wachten op de groei. Maar de groei is al gestagneerd. Er is geen reden om te wachten, buiten dan wat de buitenwereld er van zou kunnen denken. Ik besloot dat ik er toch al voor wil gaan, en mailde dit gisterochtend aan mijn psycholoog, ze hebben donderdag overleg.
En vannacht in mijn droom was daar de man die sprekend leek op mijn chirurg, die ik al een keer gesproken heb. En Aurora, zij staat symbool voor mijn innerlijk kind. Ze gaf toestemming, en werkte zelfs mee, de hele tijd al.